Het groene Noord-Spanje heeft met zijn ruige Atlantische kust een prachtige kustlijn én heel veel zandstranden. Op een paar plekken na heeft het massatoerisme het noorden van Spanje nog niet ontdekt. Ik woonde er een paar jaar en deel hierbij met jullie mijn favoriete bezienswaardigheden (én een goed restaurant) in en om Santander, hoofdstad van de provincie Cantabrië.
Playa de Arnía
Aan de Costa Quebrada, de ruige kust ten westen van Santander, vind je prachtige rotspartijen, baaitjes en kleine strandjes. Een daarvan is Playa de Arnía, met grote kliffen in de zee. Bij laagtij is er een klein zandstrandje en kun je heel mooi de tegen elkaar gedrukte rotsplaten zien. Dit is geen strand om lekker op te liggen, maar om naar te kijken. Je kunt er met de auto komen en parkeren bij restaurant El Cazurro in Arnía, dat boven de kliffen ligt. Daar kun je goede vis eten en heb je een adembenemend uitzicht over de rotsen, zeker bij zonsondergang. Vanaf het restaurant kun je zowel naar het westen als naar het oosten bovenlangs de kliffen een stukje lopen over het wandelpad. Beide kanten op is het overal ontzettend mooi.
Playa de Valdearenas
Playa de Valdearenas in Liencres is een heel groot zandstrand dat een beetje aan Nederland doet denken vanwege de duinen en het bos dat ervoor ligt. Het is een heerlijk strand om te luieren of om te wandelen en het is erg geschikt voor kinderen. Er wordt ook regelmatig gesurfd. Als je het strand helemaal uitloopt, kom je bij de monding van de rivier de Boo. Bij het strand is een bar en een grote parkeerplaats.
Surfen of wandelen in Somo
Heel Noord-Spanje is een paradijs voor surfers. Een van de beste en bekendste plekken om dat te doen in de buurt van Santander is Somo, dat in de baai aan de overkant van Santander ligt. Vanaf de stad kun je in twintig minuten per boot naar de overkant varen (de opstapplaats is vlak bij het museum Centro Botín). De overtocht op zich is al een uitje waard: de baai van Santander staat bekend als een van de mooiste ter wereld.
Somo heeft een groot zandstrand van maar liefst vier kilometer lang. Je kunt er een surfles nemen of lekker zonnen of wandelen. Wanneer je met het pontje gaat, kom je aan op de Arenal del Puntal: een smalle landtong van zand en duinen. Daar is een strandtentje en je kunt er heerlijk zwemmen of wandelen.
Kreeft eten in Santander
Dit restaurant bevestigt de ongeschreven regel dat de beste restaurants niet de mooiste zijn en ergens achteraf liggen. Restaurant El Pescador in Maliaño (alleen voor lunch geopend) ligt pal aan het vliegveld. Dit is een restaurant waar collega’s met elkaar eten en families samenkomen om iets te vieren; veel toeristen zal je er niet vinden. De specialiteit van het huis is arroz con bogavante: kreeft in rijst en bouillon, heel puur, zonder andere schaaldieren, in tegenstelling tot wat je in andere restaurants vaak ziet. Kreeft klinkt heel exclusief maar is in Spanje helemaal niet zo duur. Mijn man is er gek op en heeft samen met andere Spanjaarden heel wat borden arroz con bogavante gegeten in restaurants in Santander, en nergens was die zo lekker als hier. Zelf nam ik vlees (solomillo) en ook dat was van geweldige kwaliteit.
P.s.: Als je reserveert, moet je even doorgeven dat je kreeft wilt zodat de vissers weten hoeveel ze er moeten vangen.
Parque Cabárceno
Parque Cabárceno een dierentuin of safaripark noemen dekt de lading niet helemaal. Dit is een heel groot natuur- en dierenpark dat je met de auto en/of kabelbaan moet verkennen. Dieren leven hier niet in hokken maar kunnen (bijna) vrij rondlopen in enorme verblijven die niet met hekken zijn afgeschermd maar door natuurlijke barrières, zoals door hoge rotsen. Je kunt er bijvoorbeeld bruine beren, Bengaalse tijgers, witte neushoorns en Afrikaanse olifanten zien. De olifanten hebben bijvoorbeeld een zeer groot verblijf (dat je het beste kunt bewonderen vanuit de kabelbaan) en leven net als in de natuur in een grote kudde, samen met waterbuffels.
Kaarten zijn erg duur maar het geld waard; je kunt er gerust de hele dag doorbrengen en je kunt op allerlei plekken je picknickkleedje uitrollen. Voor kinderen is het een feest vanwege alle prachtige dieren én de ritjes in de kabelbaan, voor volwassenen is het een feest omdat je kunt genieten van prachtige uitzichten over de heuvels van Cantabrië. Het park zelf is met het donkerrode gesteente en de bijzondere rotsformaties – het was vroeger een mijn – bovendien prachtig om doorheen te lopen en te rijden. Omdat het zo groot is kun je alleen per auto het park verkennen, maar je kunt natuurlijk uitstappen waar je wilt.
Meer weten over Noord-Spanje? Lees ook mijn andere blogs Op reis door Baskenland: Gipuzkoa en Een dagje Santander: vier tips en Vijf redenen om van Baskenland te houden