Ga je binnenkort naar Noord-Spanje? Stop dan zeker even in Santander, een kleine maar fijne stad met een permanente vakantiesfeer. Santander ligt aan een prachtige baai met talloze zandstranden en je kunt er heerlijk wandelen langs de boulevard.
Hier geef ik je vier tips voor een leuke dag.
Naar het Centro Botín
Ga je naar Bilbao, dan ga je naar het Guggenheim; bezoek je Santander, dan bezoek je het Centro Botín. Net als het Guggenheim is alleen al het bijzondere gebouw zelf, gelegen aan een van de mooiste baaien ter wereld, een bezoek waard. In het museum zijn wisselende tentoonstellingen te zien, van zowel Spaanse als internationale grote kunstenaars. Leuk detail: in het restaurant wordt gekookt door een sterrenchef. Aan het museum grenst een fijn park met speeltuin en je kunt er heerlijk wandelen langs de kade.
Kies een strand
Vele Spanjaarden reizen in de zomer af naar Santander om te genieten van de zee. De stad ligt aan een prachtige baai vol uitgestrekte zandstranden, met daarachter de bergen. Je kunt kiezen uit maarliefst 13 stranden. Het best bereikbaar zijn de stranden van de luxe wijk El Sardinero, waar je ook nog kunt surfen. Aan de gezellige boulevard zitten allerlei bars en restaurants. Het mooiste uitzicht heb je bij El Balneario de la Concha.
Wandelen naar het Palacio de la Magdalena
Grenzend aan deze stranden ligt een landtong met een groot park en het Palacio de la Magdalena. Dit was aan het begin van de 20e eeuw het vakantieverblijf van de koninklijke familie. Het paleis zelf is erg mooi en de ligging aan de baai is spectaculair. Je gaat hier niet alleen naartoe voor het paleis, want het park en het uitzicht zijn minstens zo mooi. Ook voor kinderen is het een leuk uitstapje: er is een grote speeltuin, een terras voor de ouders en een minidierentuin aan zee, met zeehonden, zeeleeuwen en pinguïns.
Eten bij Magnolia
In de wijk Tetuán, dicht bij de jachthaven Puerto Chico, zit Bar Magnolia: mijn favoriete restaurant in Noord-Spanje (en dat wil wat zeggen, voor iemand die twee jaar in culinair paradijs Baskenland woonde). Het eten is er van zeer hoge kwaliteit, lokaal en biologisch. Er staan een paar (Noord-)Spaanse klassiekers op de kaart (bijvoorbeeld croquetas, ensalada de bacalao of foie gras), maar verder zijn de gerechten juist verfijnd en vernieuwend, met invloeden vanuit heel de wereld. De sfeer is heel relaxt, de bediening buitengewoon vriendelijk en ze draaien er goede muziek, wat een zeldzaamheid is – het is in de meeste eetgelegenheden vaak óf Goud van Oud óf salsa/reggaeton. Het restaurant is ook nog prachtig ingericht, heel on-Spaans, dus alleen al daar zitten is fijn. Houd wel rekening met de Spaanse etenstijden: lunchen kan vanaf 14:00 uur en dineren vanaf 21:00 uur, al ben je dan wel de allereerste.