Hoe een Spanjaard Italiaans leert

 

Sinds de zomer van 2016 woon ik in Spanje en afgelopen academiejaar gaf ik Italiaanse les op het talencentrum van de universiteit in Bilbao.

Ik vond de eerste les nogal spannend, want ik had nooit eerder lesgegeven aan Spanjaarden, ik sprak zelf pas sinds een jaar Spaans (ik was toen hard aan het studeren voor mijn Spaanse staatsexamen op B2-niveau, waar ik overigens voor ben geslaagd) en ik had überhaupt nog nooit Italiaans gegeven aan niet-Nederlanders. Mijn eerste leservaring deed ik tien jaar geleden op als docent Nederlands aan de universiteit in Napels, maar iets anders dan Nederlands geven aan Italianen of Italiaans geven aan Nederlanders had ik nooit eerder gedaan.

Mijn studentes, zeven vrouwen, spraken nog geen woord Italiaans maar hadden dankzij de overeenkomsten tussen het Spaans en het Italiaans al een enorme passieve woordenschat. Ik was zenuwachtig voor de eerste les, al troostte ik me met de gedachte dat ik vanaf dag één Italiaans kon spreken en dat de studenten me dan aardig zouden begrijpen. In Nederland is dat wel anders: daar hebben studenten een flink aantal lesuren nodig voordat je als docent de lessen in het Italiaans kunt doen zonder dat de hele klas in de stress schiet – en niemand nog iets leert van de zenuwen.

De studenten stelden algauw allerlei vragen, vragen die ik gewend was te krijgen na minstens een jaar Italiaanse les. Al na een paar weken wilden ze bijvoorbeeld voorwaardelijke zinnen maken en de verleden tijd van wederkerende werkwoorden gebruiken, onder het mom van: het is ongeveer zoals in mijn eigen taal. Nederlanders hebben op dat punt over het algemeen zo veel moeite met het zich eigen maken van de aangeboden lesstof dat het niet in ze opkomt om te vragen naar meer. Spanjaarden denken (ja, dénken) dat ze het Italiaans zo onder de knie hebben en willen meer.

Dat was voor mij best even wennen en ik moest een manier vinden om daarmee om te gaan. Want waarom zou ik zoiets al gaan behandelen in de les terwijl de studenten nog niet eens goed iets over zichzelf konden vertellen of foutloos koffie konden bestellen? Ik wilde hun honger naar meer enigszins stillen maar moest hen ook afremmen. Ik besloot hun vragen heel kort te beantwoorden zodat de knappe koppen onder hen het min of meer zouden begrijpen en daarnaast legde ik uit dat je een taal stapje voor stapje leert: poco a poco. Algauw begrepen ze wat ik bedoelde en zeiden ze dat het Italiaans veel moeilijker is dan ze van tevoren hadden gedacht.

Het voornaamste probleem was eigenlijk dat ze hun Spaans vertaalden naar Italiaans: als ze er even niet uitkwamen, spraken ze zo ongeveer Spaans met een Italiaans accent. Hun eigen taal zat hen in de weg omdat ze dachten vanuit hun eigen, Spaanse grammatica en woordenschat. Ook hadden ze last van een soort van luiheid. Een voorbeeld: het woordje ‘ik’ is in het Spaans ‘yo’ en in het Italiaans ‘io’ en in principe klinken die twee woorden heel verschillend (vgl. ‘jo’ en ‘i-o’). Maar als je ‘io’ snel uitspreekt, lijkt het op het Spaanse ‘yo’. Ik merkten dat mijn studenten wel ‘io’ wílden zeggen, maar zo gewend waren aan het ‘yo’ dat ze het nauwelijks konden.

Van tevoren dacht ik dat we door de lesstof heen zouden vliegen, maar dat viel aardig tegen. Natuurlijk konden deze studenten zich al heel snel verstaanbaar maken, maar ook bij Spanjaarden moest ik na maanden les nog beginnersfouten corrigeren. Wie de taal echt goed wil leren spreken, zal er hard voor moeten werken en veel moeten oefenen en dat geldt voor Spanjaarden dus net zo.

Zelf heb ik veel geleerd van mijn studenten omdat ik het Spaans met het Italiaans vergeleek en omdat ik tijdens de pauze en na de les zulke gezellige gesprekken met ze had. Terwijl ik hen Italiaanse les gaf, volgde ik zelf Spaanse les en dat had een wisselwerking op elkaar. Het was heel goed om na jaren van lesgeven weer eens aan de andere kant van het lokaal te zitten en op die manier kritisch naar mezelf te kijken als docent.

Inmiddels ben ik aan het studeren voor mijn staatsexamen Spaans op C1-niveau, zodat ik straks in Nederland ook Spaanse les kan geven.